Onderhoud van je fiets

Onderhoud van je fiets

Je fiets een onderhoud geven is niet onbelangrijk, en zeker als je ‘m al een tijdje niet meer gebruikt hebt. Dankzij deze tips helpen we je om je stalen ros te kuisen, de fietsketting te smeren, de bandenspanning te controleren en hem in no time weer veilig en rijklaar te maken!

  1. Kuis je fiets
  2. De ketting van je fiets smeren
  3. De bandenspanning van je fiets controleren
  4. Elektrische fiets? Check je batterij
  5. Je fietsslot controleren
  6. Het zadel en stuur op de juiste hoogte zetten
  7. De remmen van je fiets nakijken
  8. Kijk je fietsverlichting na

1. KUIS JE FIETS

Begin met een goede poetsbeurt. Borstel eerst het frame en de wielen goed af. Vergeet daarbij de velgen en de spaken niet! Ga vervolgens met een spons en een emmer warm water aan de slag, en schrob je fiets goed schoon.

Tip: delen van je fiets die erg vuil zijn, zoals de binnenkant van de spatborden, kan je het makkelijkst schoonmaken met autoshampoo of afwasmiddel. Doe dit in een drinkfles, meng het met warm water en spuit dan doelgericht op de vuile delen. Velgen en spaken krijg je het makkelijkst schoon met een katoenen doek of een versleten t-shirt.

Alles grondig geschrobd? Gebruik voldoende water om de laatste restanten vuil weg te krijgen. Let daarbij op dat de straal niet te hard is, en gebruik zeker geen hogedrukspuit! Op die manier bestaat de kans dat je onderdelen nat maakt die dat helemaal niet horen te zijn, denk maar aan de versnellingsnaaf of de trapas.

Je maakt je fiets dus beter schoon zonder tuinslang of hogedrukreiniger. Let ook extra op bij het schoonmaken van een elektrische fiets. Voor je begint, verwijder je best eerst de batterij, zo voorkom je dat die vochtig wordt.

Kuis je fiets met autoshampoo of afwasmiddel. Elektrische fiets? Vergeet je batterij niet weg te halen.

2. SMEER DE FIETSKETTING

De fietsketting kan er na een aantal maanden niet gebruikt te zijn roestig uitzien. Maak de ketting eerst schoon. Net zoals andere vuile onderdelen gaat dat het makkelijkst met afwasmiddel. Ook met een remmenreiniger kan je je fietsketting gemakkelijk reinigen.

Spuit de ketting daarna in met een ontvetter terwijl je de trapper naar achteren draait. Droog de ketting af met een doek of t-shirt. Vervolgens olie je de ketting. Dit kan met eender welke olie, maar in de regel geldt: hoe dikker de olie, hoe beter. Zo werken slaolie en frituurvet beter dan dieselolie.

Ook olijfolie en vaseline zijn een goed alternatief om je fietsketting mee in te smeren. Smeer je ketting ook niet te vaak in; doe dit enkel wanneer hij erg droog is. Overtollig smeermiddel zorgt er enkel voor dat er meer vuil wordt aangetrokken, en er sneller slijtage optreedt.

Controleer ook even of alle moeren en bouten nog goed vastzitten en smeer ze indien nodig ook even in met vaseline. Roeste exemplaren vervang je beter.

Maak de ketting schoon en gebruik daarna een dikke olie om de ketting te smeren.

3. BANDENSPANNING VAN JE FIETS CHECKEN

Tijd voor de banden. Verwijder steentjes of ander mogelijk vuil dat tussen de profielen is gekropen, en meet dan de bandenspanning van je fietsband. Zorg ervoor dat je banden altijd hard genoeg opgepompt zijn, zo voorkom je een lekke band.

Elke band heeft minimum 3,5 à 4,5 bar lucht nodig. Op de zijkant van je band staat aangegeven hoeveel bar jouw banden precies nodig hebben. Een goed opgepompte band biedt nog een aantal andere voordelen: je rijdt er een stuk lichter mee, en je banden gaan langer mee.

Als je banden te plat zijn, bestaat de kans dat er bijvoorbeeld een nagel in prikt en de band scheurt. Maak je vaak lange fietstochten? Neem dan voor de zekerheid eventueel antibandenlekspray mee, zodat je jezelf bij een klein lek toch nog uit de nood kunt helpen.

Nog een laatste tip: wissel af en toe je banden eens om, want de achterband van je fiets slijt veel sneller dan de voorband.

De bandenspanning kan je aflezen van je buitenband. Deze band pomp je op met min. 3,5 bar en max. 5,9 bar.

4. DE BATTERIJ VAN JE ELEKTRISCHE FIETS CHECKEN

Als je een aantal maanden niet met je e-bike hebt gereden, check dan even je accu. Een batterij die een aantal maanden niet meer heeft gewerkt, beschikt soms niet meer over voldoende capaciteit, waardoor je er een minder grote afstand mee kan afleggen.

Als je in de lente voor de eerste keer opnieuw gaat fietsen, kan het bijvoorbeeld zijn dat de accu van je elektrische fiets opeens leeg is. Je kan je e-bike laten doormeten in een fietsenspeciaalzaak, waar je fietsaccu dan uitgelezen wordt. Je kan de capaciteit van je accu echter ook zelf meten met een multimeter.

Op elke accu staat vermeld hoeveel volt er nodig is. In de meeste gevallen is dit minstens 36 volt. Toont je multimeter minder dan 36 volt aan? Dan is hij verouderd. Bij minder dan 30 volt wordt het tijd voor een nieuwe, want dan zal hij niet meer goed functioneren.

Je kan ook nagaan hoe goed je accu nog werkt door naar de oplaadtijd van de batterij en het bereik te kijken. Als het steeds langer duurt om je batterij op te laden, of als de accu van je e-bike helemaal niet meer oplaadt, dan ga je best naar een fietsenspeciaalzaak. Zij zullen de accu resetten of vervangen.

Als de accu van je e-bike niet meer oplaadt, laat je hem best vervangen of resetten.

5. HET FIETSSLOT CONTROLEREN

Als je wilt dat je slot goed blijft werken, moet je het ook goed onderhouden. Fietssloten lijden onder barre weersomstandigheden. Bovendien kan vuil ervoor zorgen dat je slot sneller versleten raakt. Om dit te voorkomen, kies je best voor een slot met een stofkapje.

Is je slot toch vuil geworden? Maak het eerst schoon, en smeer het slot in met een spray. Zorg ervoor dat je overtollig vet verwijdert. Kijk uit met siliconenspray: deze spray trekt vuil, en in de winter zelfs strooizout aan. Dat zorgt ervoor dat je slot sneller kapot gaat.

Heb je nog geen slot en wil je voorkomen dat je fiets gestolen wordt? Maak hem dan goed ‘aardevast’ vast door je fiets aan een paal of een brug te hangen. Je gebruikt best een vouwslot of een kettingslot. Dieven kunnen kabelsloten te gemakkelijk bre

Kijk je fietsslot na op stof en vuil. Fietssloten lijden onder barre weersomstandigheden.

6. ZET JE FIETSZADEL EN STUUR OP DE JUISTE HOOGTE

Staan het zadel van je fiets en de hoogte van je stuur wel op de juiste hoogte? Een correcte zadelhoogte van je fiets is belangrijk, want enkel zo kan je de ideale zithouding verkrijgen.

Een verkeerde fietshouding kan voor schouderklachten en rugproblemen zorgen. Als je zadel en je stuur te ver van elkaar staan, neem je automatisch een slechte zithouding aan en worden je schouders en rug extra belast. Maar hoe bepaal je nu de perfecte zadel- en stuurhoogte? Die is voor iedereen anders. Als je met de tenen van je linkerhoek nog net de grond kunt raken terwijl de bal van je rechtervoet op het laagste punt van de trapper staat, weet je dat je zadel hoog genoeg staat. Het is ook belangrijk dat je rechterknie nog lichtjes gebogen blijft.

Als er vaak kinderen op je fiets zitten, is het beter om het zadel wat lager te zetten. Zo kan je sneller met je voet aan de grond. Let er ook op in welke hoek je zadel staat. Sommigen vinden het aangenaam om rechtop te zitten, anderen zitten liever voorover.

Stel je zadel af voor een goede ergonomische fietshouding.

7. DE REMMEN VAN JE FIETS CONTROLEREN

Ga niet op pad zonder eerst je remmen na te kijken. Je remmen kan je gemakkelijk zelf afstellen. Controleer eerst alle vier de remblokken. Zijn de groeven weggesleten? Koop dan nieuwe remblokken. Ga ook na of de remblokjes de velgrand overal gelijkmatig raken. Indien dit niet het geval is, kan je dit met een inbussleutel aanpassen.

Rij je met een oudere fiets? Dan is die waarschijnlijk uitgerust met trommelremmen. Aan het wiel heb je een ronde, zilveren, gesloten huls met een zwart hefboompje. Daaronder heb je een grote stelschroef. Draai aan deze schroef om de remmen beter af te stellen.

Mountainbikes, bmx-fietsen en racefietsen hebben meestal velgremmen. Velgremmen stel je af door eerst de borgmoer aan het handvat los te draaien. Draai vervolgens de stelbout vast. Vijs het remblokje losser, of net vaster.

Knijp in je remmen en kijk wat er gebeurt. Veert de rem van de fiets niet terug? Dan kan het zijn dat de remkabel wat te strak aangespannen is.

Bij velg- of bandremmen moeten de groeven van je remblokken goed zichtbaar zijn.

8. KIJK JE FIETSVERLICHTING NA

Je kan een defect fietslicht vaak zelf herstellen. Werkt je fietsverlichting op batterijen? Ga dan na of het probleem bij de batterijen ligt of bij het lampje zelf. In het tweede geval moet je het voor- of achterlicht van je fiets vervangen.

Heb je een dynamo in plaats van een licht op batterijen? Dan kan de oorzaak bij de bedrading van je fietsverlichting liggen. Ook de dynamo zelf kan natuurlijk kapot zijn.

Bij een banddynamo is het belangrijk dat het rollertje van de dynamo nog goed tegen de band aan loopt, en dat de kabels intact zijn. Bij een naafdynamo zit het rollertje in de naaf van je wiel, en heb voel je dus minder weerstand als je dynamo aanligt. Als je licht bij een naafdynamo niet werkt, ligt dat hoogstwaarschijnlijk aan de bedrading.

Leave A Comment